Agnietenmolen

Arnhem

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                      

 

 

 

Naam

Agnietenmolen / Begijnemolen

Plaats

Arnhem

Type

bovenslagmolen

Beek

Sonsbeek, voorheen St. Jansbeek

Bouwjaar

1404

Status

restant

Molendb

gegevens

Foto’s

september 2008

 

 

Agniet of begijn

 

De watermolen wordt al in 1404 als korenmolen vermeld en het bleef een korenmolen tot in de 20e eeuw. In de 16e eeuw was de molen in bezit van het Agnietenconvent, een nonnenklooster van de Augustijner orde. In het kloostercomplex woonden begijnen; vrouwen die een geen kloostergelofte hebben afgelegd, maar wel de belofte kuis en gehoorzaam een godsdienstig leven te leiden. Daarom heet de molen oorspronkelijk de St. Agnieten-Begijnemolen. Nu is het de Agnietenmolen of de Begijnemolen, de laatste naam staat boven de voordeur.

 

Loos waterrad

 

Tussen 1913 en 1967 was een forellenkwekerij in en rondom de gebouwen gevestigd. In 1913 is het waterrad verwijderd, maar in 1999 is een nieuw waterrad geplaatst aan de hand van oude tekeningen. Omdat er geen maalwerk meer aanwezig is wordt het rad niet afgeremd als het zou draaien, het hoeft niet te ‘werken’. Daarom staat het stil, maar omdat veel water uit de kanjel op het rad lekt, slaat het rad frequent even door en draait het een paar seconden.

 

De gebouwen zijn nu betrokken door het Nederlands Watermuseum; mogelijk wordt ooit een generator gekoppeld aan het waterrad voor stroomopwekking en zou het rad weer in werking gesteld kunnen worden. Daarmee zou de molen weer een ‘levende molen’ worden.

 

 

 

                   

 

 

 

 

 

                    

 

             plaquettes markeren in Sonsbeek de plaatsen waar ooit een watermolen stond

 

 

Van industrieterrein naar lusthof

 

In het huidige park Sonsbeek lagen in de 18e eeuw vijf watermolens waaronder de Witte molen en de Agnietenmolen. Het gebied was een industrieterrein waar met de molens papier werd gemaakt, graan en eikeschors gemalen en olie werd geslagen. In het begin van de 19e eeuw wilde de eigenaar rentenier baron van Heeckeren van Enghuizen zijn landgoed waarop de molens lagen, verfraaien tot een lusthof en twee molens, de Geldersche molen en de Sonsbeekmolen moesten daarom verdwijnen. Op hun plek werden watervalletjes en een grot aangelegd. De molen van Naberman, een papiermolen, werd al eerder opgedoekt door toenmalig eigenaar burgemeester Pronck. Hij verklaart in 1776  ‘de gront van de molen te sullen verlaten, van intentie sijnde om mitsdien vurs, molen af te breken en het water aen mij te behouden’.

 

Zie ook: Witte molen

 

 


 

Ansichtkaarten

 

 

 

                        

 

                           1986, geen waterrad

 

 


 

 

Homepagina Watermolens

 

site Leumolen