Olliemölle en de Stenen Tafel Borculo
“de olliemölle”
Bezit De watermolens behoorden tot de heerlijkheid Borculo, sinds het einde van de 14e eeuw in bezit van het geslacht Van Bronckhorst. Via vererving kwam Borculo aan de graven van Limburg Stirum, de heerlijkheid bleef tot 1727 eigendom van het geslacht. Diverse eigenaren volgden en in 1777 kwam Borculo via vererving in bezit van Stadhouder Willem IV van Oranje. Na de vorming van de Bataafse Republiek in 1795 werd Borculo een domeingoed. Publieke veiling De Borculose domeingoederen werden in 1812 bij publieke veiling verkocht. In de ‘catalogus’ van de veiling: "Deze molen is bezwaard met een uitgang van 32 mudden rogge aan de armen der stad Borculo, verschijnende in 4 kwartalen als op Paasschen, Sint Jan, Sint Michael en Kerstmis en is verpagt aan C. F. Beins tot Sint Peter 1813 voor f 2400." Veilingvoorwaarden “De verkooping zal plaats hebben bij wijze van opbod en met het uitbranden van een een kaars, zullende de toeslag niet definitief zijn, dan wanneer een laatste kaars aangestoken zijnde, zal hebben uitgebrand, zonder dat een ander gedurende het branden van dezelve een hooger bod gedaan heeft.” Het gaat daarbij om kleine waskaarsjes die 4-6 minuten branden. Kopers en erfgenamen “De molen is gegund en toegeslagen aan Christiaan Frederik Beins, molenaar te Borculo, hebbende tot kopers benoemd de heer en Gerard Jan Thin van Keulen, rentenier, wonende te Doesburg en Hendrik van der Sluijs, wonende op 't Westerflier onder de maire van Goor voor 80665 francs.” In 1819 werd de watermolen verkocht aan H. Reerink te Lochem, zijn vrouw Joanna Theodora van Campen erfde in 1839. Op haar beurt liet zij het goed na aan Jan Heukelman. Diens oudste dochter, Anna Elisabeth, huwde in 1852 met Derk Hendrik Schaars waardoor de molen gedeeltelijk, later geheel in handen kwam van de familie Schaars. de Gemeente De familie Schaars verkocht in 1886 de zuidelijke molen aan het Waterschap van de Berkel en de noordelijke molen in 1924 aan de gemeente Borculo. De gemeente kocht in 1957 ook de andere molen aan en werd zo de eigenaar van de dubbelmolen.
Functies In 1812 werden de molens geveild, het kavel werd omschreven als een "water-, koren-, olij- en eekmolen". De korenmolen had drie en de oliemolen twee draaiwerken. De zuidelijke (linker) molen is de Olliemölle, maar de oliemolen werd in 1920 verbouwd tot een korenmolen. De noordelijke (rechter) molen, de huidige Stenen Tafel, was een koren- en pelmolen. Rond 1875 werd er een cichoreifabriek gevestigd die in 1880 afbrandde. De molen werd herbouwd en de cichoreifabriek werd naast de molens weer opgebouwd. Na 1945 was er geen werk meer voor de molenaar en de watermolen kwam tot stilstand. Verval sloeg toe, maar een restauratie in de jaren 1966-1970 behoedden de molens van de ondergang. Ster-restaurant Na de restauratie verhuurde de gemeente de noordelijke (rechter) molen in 1971 aan horeca-ondernemers en sindsdien is er het restaurant De Stenen Tafel gevestigd. Zeven jaar later werd ook de zuidelijke molen verhuurd aan dezelfde familie en de Olliemölle kreeg eveneens een horeca-bestemming. In 1994 ging het restaurant in andere handen over en verwierf vijf jaar later een michelin-ster. De Olliemölle is sinds 2003 een ‘spijslokaal’ en werd in 2008 onderscheiden met een Bib Gourmand.
de hal van de Olliemölle, drie dagen
voor de toekenning van de Bib Gourmand door Michelin De Stenen Tafel koopt vastgoed Deze kop staat boven een internetbericht van 29 november 2007. Door financiële zorgen bij de gemeente Berkelland ontstond de mogelijkheid het watermolencomplex over te nemen. De uitbaters van het ster-restaurant, Gea Meppelink en chef-kok Raymond Prinsen, hebben die kans te baat genomen en het gebouw gekocht. “Dit gemeentebestuur heeft duidelijk een minder emotionele band met het complex dan zijn voorgangers. Voor de gemeente is het een hoopje stenen, voor ons is het van levensbelang” aldus de chef-kok in het bericht. De molen met de bewegende delen en het terras veranderden van eigenaar, de waterwerken, de stuw en het stuwrecht blijven in het bezit van de gemeente. Een jaar later werd ook het naastgelegen pand ‘De Molen’ door de restauranthouders gekocht.
Gevelstenen In de muur van de noordelijke molen zijn twee gevelstenen aangebracht. De linker gevelsteen heeft betrekking op Lucia Aylva, gemalin van Frederik Willem, graaf van Limburg Stirum die op de rechter gevelsteen genoemd wordt. Frederik Willem was van 1679 tot 1722 heer van Borculo en tot 1683 ook heer van Bronkhorst. In 1692 werd hij benoemd tot luitenant-admiraal van Friesland, de stad Groningen en ommelanden. De gevelstenen zijn afkomstig van een keermuur van de Walbeek en zijn mogelijk voordien ingemetseld geweest in de muren van het in 1870 gesloopte kasteel te Borculo. Ze horen van oorsprong dus niet thuis op het molenhuis.
Ansichtkaarten & Varia
de Stenen Tafel, 1979 suikerzakje restaurant ‘De Stenen Tafel’
de watermolens in kruissteek 1951; het voorbeeld voor het bovenstaande
borduurpatroon
1947 30-er jaren
1926
20-er jaren 1905
|