Den Helder Winterswijk
Den meul In 1303 is het bestaan van de watermolen op de Slingebeek voor het eerst vastgelegd als behorende tot "De havesaet Pleckenpol". Ridder Sweder van Ringenberg gaf de havezate in leen uit aan Alexander van Creyter "met den meul en alle de haren togehorigen stucken". Den Helder Aan het einde van de 19e eeuw was de molen het eigendom van Jan Helder en naar hem is de molen vernoemd: ‘den Helder’. De dubbelmolen bestond uit een oliemolen en een korenmolen, de korenmolen heeft vooral rogge, haver en tarwe gemalen en olie werd geslagen uit lijnzaad, raapzaad, koolzaad en huttentut. Het bezit ging na zijn dood over op zijn vrouw die later hertrouwde, haar man verkocht de molen in 1922 via een veiling aan Derk Jan Berenschot, eigenaar van de verder stroomafwaarts gelegen "Nieuwe Molen" (molen Berenschot in Woold). Hij kocht de molen om een concurrent uit te schakelen.
de molens gezien door het oog van een
kunstenaar: een litho uit het begin van de vorige eeuw De oliemolen werd in 1923 verkocht in de famlie, zijn jonge neef Johan te Selle werd de nieuwe eigenaar. Hij kocht de molen met de bedoeling er een woon- en werkruimte te vinden. De oliemolen werd niet meer gebruikt. Een zoon richt er later een timmerwerkplaats in. Na WOII wordt er een ijssalon in gevestigd, later een restaurant. In 1927 kocht Bertus Wassink voor 5000 gulden de korenmolen. In de koopakte werd een maalverbod vastgelegd, de watermolen mocht niet meer als graanmalerij gebruikt worden. Al in 1929 verkocht hij de korenmolen door aan Wilhelmus Petrus Bausch. De nieuwe eigenaar liet in 1934 het molenhuis herbouwen en voorzag met waterkracht in eigen elektriciteitsbehoefte. Dat was geen groot succes, herhaaldelijk sloegen de stoppen door.
Zwembad In 1910 kocht de gemeente grond bij de molenkolk om zwemgelegenheid te creëren. Een zwemvereniging plaatste badhokjes en een gordijn dat opgetrokken werd tussen de molens moest nieuwsgierige blikken weren. Ruim tien jaar later was de belangstelling weggeëbt. Maar het echtpaar te Selle zag later de mogelijkheden van de plek en richtten de molenkolk in als het eerste Winterswijkse zwembad, compleet met steiger en duiktoren achter de voormalige oliemolen. Na de opening van een nieuw openluchtzwembad in 1933 verloor de kolk langzamerhand deze functie. Ansichtkaarten
1992
1967, het restant van het rad van de korenmolen hangt
tegen de muur, de oliemolen is uitgebouwd
60-er jaren, het waterrad begint
schoepen te verliezen
de vlonder achter de oliemolen is weg, evenals een
deur in de achtergevel de korenmolen toont tekenen van verval
50-er jaren, de duiktoren is weggehaald
1950, de korenmolen heeft achter en
opzij (in 1934) ramen en een veranda gekregen
30-er jaren, achter de oliemolen is een vlonder
gebouwd en er staat een duiktoren
30-er jaren
1925
1919
1915,
een gordijn tussen de molens weert nieuwsgierige blikken naar de zwemmers in
de molenkolk
1901 |