Gitstappermolen Vlodrop
Als
het graan-niveau in de kaar daalt beneden een bepaald niveau, wordt via een
ingenieus
systeem van kantelend plankje, touwtje
en gewichtje een belletje geluid waardoor de molenaar gewaarschuwd wordt. Grensgeval De watermolen ligt op de grens van Nederland en Duitsland, het waterrad draait nog net op Nederlands grondgebied. De molen stamt uit de veertiende eeuw, toen de grenzen nog anders liepen. De molen wordt voor het eerst genoemd in een akte uit 1377. Hertog Willem van Gulik en hertogin Maria bepaalden op 26 december van dat jaar, dat de Geitstapperbeeck beneden de Geitstapper-berch de meest geschikte plaats is voor een molen te Vlodrop. Steven van Oerade kreeg voor hem en zijn erven het gemaal van Vlodrop en werd verplicht op die plaats een waterradmolen te bouwen. In de eeuwen die volgden, was de molen het eigendom van het geslacht Van Vlodrop. Vererving, verkoop en pacht Na de Franse tijd waarin de goederen van kerk en adel onteigend werden, was de molen in bezit van Jozef Specken uit Roermond. De molen bleef door verkoop en vererving in de familie tot 1909. In dat jaar werd de molen verkocht en de nieuwe eigenaar deed in 1917 de watermolen over aan de pachters, de gebroeders Joseph en Frans Biemans. Rond 1900 was een H.J. Biermans al pachter. Frans Biermans vertrok later met zijn Duitse vrouw naar haar moederland en de vrijgezel Joseph bleef achter op de molen. Maar om het bezit te kunnen verdelen, werd de molen in 1921 verkocht aan de weduwe Maria Elisabeth Schmitz. Ze had vijf kinderen, haar zoon Cornelis Wassen leerde het molenaarsvak van Joseph.
de Haal De haal is een hefboom waarmee de maalsluis getrokken wordt. Zo kan vanuit de molen snel de watertoevoer naar het rad geregeld worden.
een maalkoppel met op de achtergrond de haal waarmee
de maalsluis bediend wordt de kop van de haal, het scharnierpunt van de hefboom
ligt net buiten de muur
met een haal wordt de maalsluis van
binnenuit bediend Herbouw en restauratie In 1750 is de molen herbouwd in steen en werd de korenmolen uitgebreid met een oliemolen. De koren- en oliemolen hadden ieder een eigen waterrad, de korenmolen een middenslagrad, de oliemolen een onderslagrad. Na de eerste wereldoorlog werd de oliemolen ontmanteld. In de loop der tijd raakte het resterende waterrad van de korenmolen in verval, maar de molen bleef in bedrijf door op elektriciteit te malen met een hamermolen. De gemeente Vlodrop kocht de watermolen in 1987 en herstelde de korenmolen weer in oude luister. In 1988 is de Gitstap officiëel in gebruik genomen.
de sluis van de stuwvijver de Rode beek Vispassage Augustus 2008 is een vispassage bij de watermolen geopend. Door twee watermolens, een zandvang en een stuw op de Rode beek was vrije migratie voor vis onmogelijk. Om de toegang vanuit de Roer naar de Rode Beek open te maken, heeft het waterschap alle barričres opgeheven. Bij de Gitstappermolen is de vispassage op Duits grondgebied aangelegd. Door de aanleg van de vistrap is de productiecapaciteit van de molen sterk verminderd, het molenbelang en het natuurbelang botsen op dit aspect. Door de vispassage is er 40% water’verlies’ voor de molen. Na 8 uur stuwen kan slechts 20-30 minuten gemalen worden. Er was garantie afgegeven dat de molen maalvaardig zou blijven, maar door de afgenomen capaciteit wordt nu alleen nog voor particulieren gemalen. de vispassage
Ansichtkaarten, knipsels
1997
1980
knipsel 1925 |