Kasteelmolen

Baarlo

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Watermolen, graanmolen, windmolen, oliemolen

 

Rond 1300 is er al sprake van een watermolen bij het kasteel d’Erp, de molen stond toen vermoedelijk aan de andere kant van de beek. Het huidige gebouw dateert waarschijnlijk uit het begin van de 17e eeuw. De adellijke familie d’Erp die het kasteel bewoonde, was eigenaar van de molen. In 1801 liet de familie een windmolen bouwen en de maalstenen van de watergraanmolen verhuisden naar deze windmolen, de watermolen werd omgebouwd tot oliemolen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naam

Kasteelmolen

Plaats

Baarlo

Type

onderslagmolen

Beek

Kwistbeek

Bouwjaar

begin 17e eeuw

Status

maalvaardig

Functie

korenmolen

Molendb

gegevens

Foto’s

juli, december 2007, april 2009

 

Turbinemolen, motormolen

 

Begin twintigste eeuw werd de waterradmolen uitgebreid met een aanbouw waarin weer een graanmolen werd ingericht. Het waterrad werd uitgebroken en zoals bij vele waterradmolens in Limburg is een turbine geplaatst. Niet veel later werd de aandrijving via waterkracht geheel uitgebannen en een benzine-motor geďnstalleerd, vervolgens een petroleummotor, daarna een scheepsmotor en tot slot een elektromotor.

 

 

 

                               

 

 

 

           

 

             “je moet eens zien wat er aan komt drijven tijdens het snoeiseizoen”

 

Ontmanteling

 

Vanaf 1943 werd er geen olie meer geslagen en enige jaren later werd de vloer in het molenhuis opgehoogd en verdween het doodbed van de kollergang onder de grond. In de jaren zestig is het malen van graan gestopt. Het plan kwam op van de molengebouwen een weekendverblijf te maken, maar het idee is niet ten uitvoer gebracht en in 1975 kocht de gemeente de molen.

 

Restauratie

 

Een restauratie werd in gang gezet. De aanbouw werd weer afgebroken en het waterrad keerde terug. De graanmolen werd ondergebracht in de voormalige oliemolen, het doodbed opgegraven en er werd weer graan gemalen onder toeziend oog van de laatste  vakmolenaar op de molen.

 

De watermolen heeft geen stuwrecht meer, maar het wordt toegestaan voor demonstratiedoeleinden te draaien. Op het ene maalkoppel wordt in het najaar en de winter boekweit gemalen. De lokale slager gebruikt het boekweitmeel als ingredient voor de lekkernij balkenbrij. Op het andere maalkoppel wordt tarwe tot veevoeder gemalen.

 

 

het opgegraven doodbed

 

 

herdenkingssteen in de gevel

 

 

 

                                         

 

                                          naastgelegen oude wasplaats met een molensteen van de kollergang van de oliemolen

 

Hendrik Brueren

 

De allerlaatste vakmolenaar, inmiddels ver in de tachtig, is anno 2009 nog steeds op de molen te vinden. Met veel genoegen begeleidt hij watermolenaars in opleiding. Hendrik Brueren vertelt graag over ‘zijn’ molen. In 1893 begon zijn grootvader op de waterradmolen en vanaf 1910 pachtte zijn vader de molen voor 114 gulden per jaar. Vanaf zijn veertiende werkte Hendrik mee op de maalderij en olieslagerij.

 

 

        

 

          de molenstenen hebben onderaandrijving

 

 

                                                  

 

 

Tijdens de oorlog vertelt hij, sloeg hij ’s nachts illegaal nog olie. Maar als de heien de wig in het slagblok vast hebben geslagen, ‘stuiteren’ de heien op de wig bij iedere slag. Dat geeft een karakteristiek, maar ver dragend geluid. Dorpsgenoten kwamen waarschuwen: niet meer doen, daar komen de Duitsers op af. Daarom is vanaf 1943 geen olie meer geslagen en na de oorlog is de oliemolen afgebroken. In 1960 is hij ook gestopt met het malen van graan, nadat hij al een tijdje alleen nog voor eigen gebruik kippenvoer produceerde.

 

 

           

 

      de molensluis wordt met een haal bediend                                                Brueren inspecteert de toevoer van de tarwe naar de molenstenen

 

Overstromingen

 

De molen lag in vroeger dagen bij gebrek aan water vaak stil. Eigenlijk was de Kwistbeek een winterbeek, die alleen in het natte seizoen voldoende drijfkracht kon leveren. Vandaar ook de overstap naar een windmolen begin 19e eeuw. Bij voldoende wateraanvoer is de afvoer van het water een probleem zoals onderstaande foto’s duidelijk maken. De afvoer van de beek op de Maas wordt belemmerd door een te geringe doorlaatcapaciteit van de duiker achter de molen. In 1993 en in 1995 is de molen overstroomd geweest, koperen plaatjes herinneren aan de wateroverlast.

 

 

                     

 

 

 

                    

 

                      linksonder de zeef voor het boekweitmeel

 

 

 

het water stroomt ook over het pad langs de beek  (foto: december)

 

 

 


 

Ansichtkaarten

 

 

       

 

          1980

 

 

                

 

                    jaren 70

 

 


 

 

Homepagina Watermolens

 

site Leumolen