Franse molen
Valkenburg
Molen van de Fransman
De watermolen aan de Lindenlaan in Valkenburg is relatief
jong. In 1804 vraagt de eigenaar Van Pallandt van het landgoed de Halder
vergunning aan om aan zijn bestaande olie- en schorswatermolen een tweede rad
toe te voegen om ook graan te kunnen malen. Voor het zover is, verkoopt hij
de Halder en bijbehorende goederen aan militair magazijnmeester Bertrand
Loisel, van oorsprong een Fransman. Loisel had zich rond 1800 gevestigd in
Maastricht.
In de notariële akte van oktober 1804 staat beschreven dat
bij de koop o.a. inbegrepen zijn een olie- en schorsmolen met de al begonnen
constructie van een graanmolen. Verder worden overgedragen de werktuigen voor
de exploitatie van de molens en materialen die al aangekocht zijn voor de
bouw van de graanmolen. De koper is er aan gebonden de verwezelijking van de
graanmolen voort te zetten.
Loisel voltooide de graanmolen gelegen tegenover de
oliemolen op de Geul. Er is dus geen sprake van een tweede rad bij de
oliemolen zoals de oorspronkelijke aanvraag behelsde. De Fransman Loisel die
in 1822 overleed, leeft voort in de naam van de molen. De oliemolen, die tot
1925 functioneerde, nam de naam over: er wordt later gerefereerd aan de
Fransche molens.
|
Naam
|
Franse molen
Fransche molen
|
Plaats
|
Valkenburg
|
Type
|
onderslagmolen
|
Beek
|
Geul
|
Bouwjaar
|
1804
|
Functie
|
korenmolen
|
Molendb
|
gegevens
|
Eigenaar
|
particulier
|
Foto’s
|
november 2009
|
|
Recht op waterstroom
Illustratief
voor veel conflicten tussen eigenaren of pachters van watermolens is het
conflict over het waterbeheer dat speelde tussen de molenaar van de Oude
molen en de eigenaar Van Pallandt van de olie- schorsmolen van Valkenburg.
De
molenaar van de ca 450 m stroomopwaarts gelegen Oude molen regelt in 1804
de waterdoorvoer naar eigen believen, zonder rekening te houden met de even
verderop gelegen watermolen. Zonder overleg zet hij de sluizen open om
overtollig water te lozen, of juist lange tijd dicht om water op te sparen.
De
molenaar van de Oude molen klaagt vervolgens op zijn beurt dat de molen van
Van Pallandt het water soms te hoog opstuwt waardoor zijn molen door te
hoog achterwater niet kan draaien. De ingenieur van de dienst Wegen en
Bruggen komt met een oplossing: de sleutels van de sluizen komen onder het
beheer van de burgemeester.
In
1864 gaat het opnieuw mis tussen de twee molens getuige een uitspraak van
het Hof van Maastricht. De eigenaar van de Oude molen claimt weer het recht
op de waterstroom maar het Hof oordeelt dat recht op waterstroom aan de
stroomafwaarts gelegen Franse molen niet ontnomen kan worden. De bewering
dat (het recht van gebruik van) de sluis bij de Oude Molen hoort, verwerpt
het Hof omdat dat ook zou betekenen dat naar believen de sluis zolang
dichtgehouden kan worden dat de gemeente Valkenburg onderloopt.
|
links de voormalige oliemolen (in 2009
in afbraak), rechts de Franse molen
Ontduiking
Tot aan het einde van die eeuw bleef de molen in het bezit
van de familie Loisel. Van één van de pachters is nog geboekstaafd dat hij
zich schuldig maakte aan belastingontduiking door tarwemeel te verkopen en
dat te boeken als roggemeel; op roggemeel werd een lagere belasting geheven.
Bovenmatige stuwing
Problemen
zijn er in de tweede helft van die eeuw ook te over in verband met de
waterstuwing, nu veroorzaakt door de Fransche molen. Er wordt te hoog
gestuwd met het argument dat eenmaal per week gestuwd moet worden om het
water van de vijvers van landgoed de Halder te verversen, een oude plicht.
De
bovenmatige stuwing zet wekelijks het priëel en kelder van brouwer
Thomassen blank en hindert de bovenstrooms gelegen Oude molen. De Franse
molen blijft een bevel tot verlaging van de illegaal verhoogde lossluizen
negeren en achteraf wordt de verhoging van de sluisschotten gelegaliseerd
met mitsen en maren wat opnieuw protest tot gevolg heeft. Uiteindelijk
worden in 1892 de schuiven bijgeschaafd.
|
advertenties uit de kranten van 26 juli
1913 en 14 mei 1914, katholiek en gehuwd zijn belangrijke kwalificaties.
3 maart 1931, nog steeds is R.K. een vereiste
Caselli
In 1892 blijkt bij een peilschaalplaatsing E.Caselli
pachter te zijn. Een Johannus Caselli koopt eind 1899 de molens en doet dit
bezit drie jaar later over aan Maria Stielen die later trouwt met Emile
Caselli, de eerder genoemde pachter. En in 1923 volgt weer een conflict over
de watertoevoer.
Waterpeilbeheer
De eigenaar
van de Oude molen is vertrokken en Caselli krijgt de sleutels tot de sluis
van de afslagtak. Hij handelt slordig, sluit b.v. de sluis als er hoog
water dreigt maar hij nog moet malen en vergeet de sluis vervolgens weer te
trekken. Gevolg, overstroming in Valkenburg. Hij sloot zelfs de lossluis
van de buiten werking zijnde Oude molen en bekommerde er zich niet om dat
achter de sluis de beek buiten haar oevers trad. De gemeente grijpt in en
trekt de bediening van de sluis naar zich toe.
Nu
protesteert Caselli, hij heeft niet altijd genoeg maalwater. Zijn klacht
wordt afgewezen en keert zich tegen hem omdat uit onderzoek blijkt dat hij
voor het regelen van het waterpeil afhankelijk geworden is van de sluis in
de afslagtak. Zijn eigen lossluizen bij de molen waarmee een molenaar zelf
het peil zoveel mogelijk regelt, zijn verzakt en vervallen en werken
onvoldoende.
|
|
Caselli meldt de gemeente in 1925 dat hij de olie- en
schorsmolen uit bedrijf heeft genomen en het waterrad opgeruimd heeft. Hij
vraagt een nieuw waterrad te mogen plaatsen voor de graanmolen. Om beter
rendement te halen wil hij een kleiner maar breder rad plaatsen. Na veel
gesteggel over en weer wordt de vergunning in 1928 verleend, het ijzeren
rad van 1,9 m breed komt in 1929 in bedrijf. Caselli wekt er ook
elektriciteit mee op en zowel het maalwerk als de stroomopwekking heeft in
de oorlog goede diensten bewezen.
Na de dood van de molenaar in 1961 viel het inmiddels
kwijnende maalbedrijf helemaal stil. De open binnenplaats van het molencomplex
heeft als eerbetoon zijn naam gekregen.
Bron: ‘De watermolens van
Valkenburg aan de Geul’ van M.Meerman (1985)
Links: uit de Limburger
Koerier, 2-11-1929
|
de dakpannen zijn vervangen door leien
links een loper van een maalkoppel, rechts de ligger
van een kollergang
Restauratie
In de jaren zeventig begint een kunstenaarsechtpaar een
restaurant in de watermolen dat later elders voortgezet wordt. De molen
begint te vervallen en wordt in 2001 gekocht door een bouwonderneming Van de
Ven / Coppes.
Het bouwbedrijf wil restaureren maar wordt gehinderd door
een bezwaarprocedure van een naastgelegen hotel dat overpad eist i.v.m. een
nooduitgang. In de negentiger jaren was een initiatief tot renovatie ook al
gestrand vanwege meningsverschillen tussen de gemeente, monumentenzorg en de
eigenaars. De molen is intussen aan het verkrotten, afschermende hekken
moeten ongelukken bij de bouwval voorkomen.
Zomer 2004 starten dan toch de werkzaamheden en de
gerestaureerde molen wordt najaar 2006 opgeleverd. Maar niet zonder nieuwe
strijd. De eigenaar heeft zonder toestemming een glazen erker of serre
aangebracht boven de beek achter het waterrad en burgers ageren.
|
|
Lichtkooi
De architect reageert
desgevraagd laconiek “zulke uitbouwen worden vaker gehanteerd bij
historische gebouwen”. De bouwer wil graag een woning in het gebouw creëren
die tegemoet zal komen aan de wensen van toekomstige bewoners en dat is een
woning met meer lichtinval.
De gemeente laat medewerking
afhangen van het oordeel van de Monumentencommissie, de commissie adviseert
positief. De Rijksdienst Monumentenzorg adviseert negatief, “de nieuwe
toevoeging wordt in functioneel opzicht niet als een noodzakelijke
verbetering voor het woongenot gezien”.
De gemeente legaliseert
achteraf de ingreep. De verantwoordelijk wethouder beargumenteert de
beslissing met het feit dat de Fransche Molen nu eindelijk is opgeknapt en
"dat iets nieuws aan zo'n opgeknapt gebouw iets toevoegt". In
2007 komt de vergunning af.
|
de stoepsteen voor de deur is een oude
grafsteen
ProefLokaal
Na de restauratie blijft de molen leeg. In 2008 wordt
aangekondigd dat een warme bakker zich zal vestigen. Daar wordt een bezwaar
tegen ingediend dat februari 2009 wordt afgewezen. De bakkerij zou die zomer
openen, maar de ondernemers trekken zich terug.
De Gulpener Bierbrouwerij wil er vervolgens een Gildekamer
vestigen dat een proeflokaal en een winkel voor streekproducten omvat.
Leerlingen kunnen er opgeleid worden tot gastvrouw of gastheer. Er zal
klimaatneutraal gewerkt worden met energie door het waterrad opgewekt. Ook is
het plan er een distilleerderij te vestigen “daar gaan we Limburgse calvados
en eau de vie van hoogstamfruit maken.” De opening is september 2009 gepland,
in december 2009 is de prognose: ‘op korte termijn’.
In januari 2011 een nieuw bericht: ‘Bisschopsmolen opent
filiaal in Valkenburg’. Uit het Dagblad de Limburger:
Ambachtelijke bakkerij De Bisschopsmolen
uit Maastricht opent dit voorjaar een filiaal in Valkenburg. De bakkerij
met winkel en proefkamer komt in de Fransche Molen aan de Lindenlaan.
Valkenburg
- De Bisschopsmolen heeft duurzaamheid hoog in het vaandel staan en
gebruikt alleen ingrediënten uit eigen streek. De gemeente Valkenburg aan
de Geul is enthousiast over het nieuwe initiatief. ,,Deze bestemming op die
unieke en authentieke plek past perfect in de verbinden schakel die
Valkenburg vormt tussen stad en platteland op het gebied van
streekproducten", aldus een woordvoerder van de gemeente.
|
In maart 2011 zal het filiaal openen. Update oktober 2012:
er is niets meer vernomen.
Ansichtkaarten en een foto
zomer 2004
(foto: Tom en Gonnie, virtual tourists
website
tomengonnie )
80-er jaren
ca 1975
gestempeld 1952
1933
gestempeld 1929; de spatschermen zijn
gebruikt om reclame te maken
gestempeld 1919
Homepagina
Watermolens
site
Leumolen
|