Meschermolen

Mesch

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Meschawa

 

Eén verklaring voor de naam Mesch luidt dat Karel de Grote (768-814) er voor zijn vele reizen tussen Aken, Luik, Tongeren en Nijmegen, een rustpunt bouwde in de vorm van een villa, Manderveld of Meschawa genoemd. De Meschawa stond vermoedelijk op de plaats waar nu de Meschermolen staat. De nederzetting Mesch wordt al in 882 in de annalen vermeld. Van ca. het jaar 1000 tot de Franse bezetting in 1794 was Mesch een kleine heerlijkheid onder gezag van de keizer van het Heilige Roomse Rijk.

 

Het boerderijcomplex met waterradmolen heeft een U-vorm, de woonvleugel in het midden van de U, het herenhuis, dateert oorspronkelijk van voor 1699. In dat jaar werd met een grote verbouwing het hout en vakwerk waar de gebouwen uit opgetrokken waren, vervangen door baksteen. De zijvleugels, de economiegebouwen, zijn van jongere datum.

 

In de Franse tijd kwam het boerderijcomplex met molen in handen van de Belgische familie d'Ancion uit Ville (een dorp ten zuiden van Luik) en een eeuw lang vererfde de molen in de familie die behoorde tot de Waalse adel. In 1910 werd molen via een veiling verkocht aan Pierre Ansems, aalmoezenier in Luik,  en bij doorverkoop in 1912 aan Oscar de la Rocheblin, rentenier in Barvaux. In 1920 kocht Gerard Joseph Lippertz, grondeigenaar en landbouwer in Voerendaal het omvangrijke goed en vestigde zich in Mesch. De familie Lippertz heeft de goederen nog steeds in bezit.

 

 

                         

 

 

 

                                                      

 

 

Waterrad

 

Al in het begin van de 17e eeuw werd de locatie aangeduid als molen. De graanmolen zou ooit ook kalamijn (zinkerts) gemalen hebben. De huidige molen werd omstreeks 1739 gebouwd en lag direct op de Voer. Later werd hij verplaatst van de noordvleugel naar de zuidvleugel van de hoeve waardoor de beek stroomopwaarts moest worden afgetakt. Door middel van een sluis kon het water van de beek door een gegraven molentak geleid worden, de molentak kwam achter de molen weer samen met de beek. De daarbij behorende spaarvijver wordt niet meer gebruikt.

 

In het midden van de 19e eeuw had het houten middenslagrad een diameter van 5,66 m en een breedte van 0,64 m. Nog aan het einde van die eeuw is de molen omgebouwd tot een bovenslagmolen. Het rad was van plaatijzer en uitgevoerd als trommelrad, als maten worden in 1890 opgegeven 3,42 m voor de diameter en 1,53 m voor de breedte.

 

 

 

                                                     

 

                                                        kanjel boven het bovenslagrad

 

Inwendig

 

Bij die verbouwing werd het houten gangwerk ook vervangen door gangwerk van gietijzer en er werd een gietijzeren maalstoel geplaatst. Van Bussel in zijn handboek ‘De Molens van Limburg’ (1991):

 

“De ombouw was nogal ingrijpend. De molenas kwam door gebruikmaking van het bovenslagrad veel lager te liggen en voor de plaatsing van het aswiel en de bonkelaar op de koningspil was een kelder nodig. De draairichting van de molen keerde om, zodat ook de maalstenen moesten worden vervangen of van een scherpsel voor de andere draairichting worden voorzien. Het bovenste gedeelte van het gangwerk bevindt zich in de maalstoel onder de steenzolder, waarop twee koppels 17der en een koppel 15der maalstenen rondom het spoorwiel liggen. Het kleine koppel 15der stenen vroeg de minste kracht en kon ook bij kleine waterhoeveelheden worden gebruikt. “

 

 

In het begin van de jaren vijftig werd de watermolen stilgelegd, het malen was niet meer rendabel en tot 1996 heeft de Meschermolen gefungeerd als melkveebedrijf. Bij de grote restauratie en verbouwing van 1996 tot medio 1998 zijn dertien vakantieappartementen gerealiseerd en wordt de hoeve nu geëxploiteerd als recreatiebedrijf.

 

 

 

                                          

 

        

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                               

 

 

 

 

Naam

Meschermolen

Plaats

Mesch (Eijsden)

Type

bovenslagmolen

Beek

Voer

Bouwjaar

<1699 / 1739 / 1890 / 1996

Functie

korenmolen

Molendb

gegevens

Eigenaar

particulier

Foto’s

mei 2009

 

   binnenplaats en de katrol van het luiwerk

 

 

 

 

                          

 

                            de noordgevel

 

 

Droog

 

De Voer stroomt langs de noordelijke gevel van de voormalige hoeve. Enige honderden meters voor het gebouw kan het water van de beek door de molentak gevoerd worden door een stuw te laten zakken. De molentak wordt niet meer gebruikt en daarmee staat de molen droog. De molen wordt bedrijfsvaardig genoemd na de restauratie van 1996-1998. Een heel enkele keer zou nog gedraaid worden.

 

 

 

                  

 

                    de Voer met stuw bij de afsplitsing van de molentak

 

 

 

                                      

 

                                        de vistrap in de Voer achter de stuw

 

 

 

               

 

                 de droge molentak

 

 

 

                                                  

 

                                                    de droge molentak

 

 

 

 

                                   

 

 

 

               

 

 

 


 

Ansichtkaarten

 

 

 

                               

 

                                 2001, foto: P. van der Drift

 

 

 

               

 

                 1979

 

 

 

                      

 

                           1975

 

 

 

                     

 

                          1970

 

 

 

 


 

 

Homepagina Watermolens

 

site Leumolen