Millenermolen Nieuwstadt De korenmolen op Nederlands gebied De foto boven illustreert wat van Bussel schrijft in het boek ‘De molens van Limburg’: “De korenmolen op Nederlands gebied heeft twee, mogelijk drie verbouwingen ondergaan. Het middendeel werd verhoogd en voorzien van een pannen-zadeldak. Zowel aan de linker- als aan de rechterzijde werd een stuk aangebouwd, dat met een pannen-lessenaarsdak op de gevel aansluit. In het begin van de 19e eeuw was het nog een tamelijk kleine molen. In het ‘Tarief der zuivere begrootingen van ied soort en klasse van vaste eigendommen’ in de gemeente Nieuwstadt van 1841 werd het Nederlandse deel van de Millenermolen op 100 gulden geschat.”
Grensgeval Evenals de Gitstappermolen in Vlodrop ligt de Millenermolen aan de Rode beek die ter plaatse de grens vormt tussen Nederland en Duitsland. De voormalige oliemolen (het witgekalkte gebouw) ligt op Duits grondgebied, de voormalige korenmolen is Nederlands. De molen behoorde tot het naastgelegen Nederlandse slot Millen en maalde voor twee pachthoeven en verder voornamelijk voor Duitse boeren.
Waterrad, turbine Tot 1912 waren er twee middenslag-waterraderen, iedere molen werkte met een eigen rad. Het rad van de oliemolen was groter dan het rad van de korenmolen, de diameters waren resp. 6,34 en 5,94 m. In 1912 werde beide raderen vervangen door één turbine, de turbinekamer werd tegen de oliemolen gemetseld. Het type Francisturbine dat ingezet werd komt weinig voor, het wordt het horizontale of radiale type genoemd, het turbine rad heeft een verticale stand zoals een waterrad. Via riemen werd het gangwerk en een dynamo in de molengebouwen aangedreven. De beek tussen het turbinehuis en het molenhuis wordt overbrugd door houten kokers. het turbine huis tegen de voormalige oliemolen het turbinerad
een
moderne dynamo in het turbinehuis in
2003 is de turbine gerestaureerd Kantelinrichting De watermolen had geen steenkraan om de molensteen te lichten. Het wiel in de kap, meer een grote houten haspel, is voorzien van handgrepen waarmee gezeten op een zitje met de handen en voeten het wiel gedraaid werd. Met behulp van deze haspel werd zo de loper van de ligger geschoven, rechtop gezet en zonodig gekanteld. Daarna kon de steen gescherpt, ‘gebild’, worden. Ook de watermolen van Herinckhave te Fleringen (Ov) had deze inrichting. In 1912 werd ook de bestaande maalinrichting, het olieslagwerk en de gangwerken uitgebroken en vervangen door maalinrichtingen met een ijzeren drijfwerk. In de Nederlandse korenmolen zouden nog restanten aanwezig zijn. Twee dynamo’s die aangedreven werden door de turbine, leverden electriciteit voor het kasteel, de boerderijen en de bedrijfsgebouwen. Pas rond 1960 werd het kasteel en de hoeven op het electriciteitsnet aangesloten.
Bestemming De molen op de Duitse oever heeft tot het begin van de zestiger jaren gemalen. In 1985 werd dit gedeelte van de watermolen verkocht en als woonhuis ingericht. De maalinrichting werd uitgebroken en de toegang tot de turbinekamer dichtgemetseld. In 2003-2004 is het Nederlandse molengedeelte en de turbine gerestaureerd. Stuw De watermolen ligt aan een afslagtak van de Rode beek en krijgt zonder ingreep van het waterschap weinig water. Een stuw in de beek moet dichtgezet worden opdat het water zijn weg door de afslagtak zal kiezen.
Ansichtkaarten
1979 |