Klooster Redemptoristen Wittem
Waterrad Het waterrad bij het klooster van de Redemptoristen ligt verscholen onder een gewelf in de tuin. Het rad bediende een pomp die water vanuit een zijtak van de beek doorpompte naar een reservoir dat de watervoorziening van het klooster verzorgde. Klooster Het klooster dateert uit de eerste helft van de 18e eeuw. Om het oprukkende protestantisme tegen te gaan werd in 1729 met de bouw van een kerk en klooster in de heerlijkheid Wittem begonnen, in 1733 werd de kerk ingewijd. De paters Capucijnen vonden er onderdak tot ze in de Franse tijd verdreven werden, daarna stond het klooster decennia leeg. In 1834 betrokken de Redemptoristen de gebouwen en zij vinden er nog steeds domicili. Het oude klooster is in 1892 afgebroken en nieuw, ruimer pand is neergezet. Om eenheid te verkrijgen in het vooraanzicht werd de barokgevel van de kerk afgebroken, de gehele voorgevel kreeg een neogotische stijl. In 1938 werd het klooster naar achteren uitgebreid. Al bij de bouw van het klooster, rond 1730, is in de sterk omhoog glooiende tuin een aftakking gegraven van de Sinzelbeek, de aftakking van de beek verzorgde de watervoorziening van de monniken. In de tijd dat de Redemptoristen de gebouwen overnamen, is de aftakking overkapt met een gemetselde tunnel. De monniken pompten handmatig het water op naar o.a. een reservoir om de toiletten door te spoelen. Het water werd ook gebruikt in de brouwerij van het klooster. Bij rondleidingen wordt nog graag het verhaal verteld over hoe het bier via een kraan in de refter in grote kannen werd geschonken en rondgedeeld onder de toen, het gaat over het begin van de vijftiger jaren, soms bijna honderd paters, fraters en broeders die het klooster bevolkten. Doelmatig toestel In 1886 is in de huiskroniek van het klooster te lezen: “Thans
is onder leiding van br. Vincentius een doelmatig toestel gemaakt om het
water der beek, die door onzen tuin loopt, door eene perspomp langs buizen,
naar genoemde plaats te brengen”. Genoemde plaats is het reservoir voor de
toiletten. “Deze pomp, in eene gemetselde nis in de onmiddellijke nabijheid
van de beek aangebracht, wordt bewogen door den slag des waters tegen een
houten rad, dat dan den hefboom der pomp op en neer doet gaan. Om het rad te
doen draaien is het voldoende een kleine sluis te laten zakken, waardoor dan
het water, in plaats van rechtdoor te lopen, eenen zijweg neemt en daar op
het rad stuit.” In 1939 is het houten rad vervangen door een ijzeren rad en ook de zuig-perspomp is vernieuwd. Tot aan het einde van de vorige eeuw is water doorgepompt door middel van het waterrad. Het geheel is nu sterk in verval. Door vrijwilligers is in 2008 een aanvang gemaakt met de restauratie, een deel van de pomp is weggehaald en meegenomen ter revisie. Ansichtkaarten
1957 1949
ca 1900 |