Schaloensmolen

Oud-Valkenburg

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Naam

Schaloensmolen, Chaloensmolen

Plaats

Oud-Valkenburg

Type

turbinemolen

Beek

Geul

Bouwjaar

ca 1661 / 1925

Functie

korenmolen

Molendb

gegevens

Eigenaar

gemeente

Foto’s

oktober 2009

 

 

 

 

                                              

 

 

Voorgeschiedenis

 

In 1381 lag er al een watermolen op de Geul in Oud-Valkenburg, maar of deze molen op de plek lag van de Schaloensmolen is niet bekend. In 1558 blijken de inwoners van Oud-Valkenburg op een ban-molen in Valkenburg te moeten laten malen, dat wijst er op dat deze watermolen niet meer bestond. Tijdens de Tachtigjarige oorlog is in 1575 het kasteel Schaloen geheel verwoest, als er al een watermolen bij het kasteel gelegen had, dan was ook deze met de grond gelijk gemaakt.

 

Beginperiode

 

Rond 1600 kwam de heerlijkheid Oud-Valkenburg in het bezit van de familie Hoen van Cartils. Het kasteel werd weer opgebouwd en de restauratie in 1656 voltooid. In 1661 werden de inwoners van Oud-Valkenburg ontheven van de verplichting op de banmolen in Valkenburg te laten malen, het recht van banaliteit werd voortaan verkocht aan de hoogst biedende. Dat was in 1666 de familie Hoen van Cartils van het kasteel Schaloen en aangenomen kan worden dat ergens in de jaren 1661-1666 de watermolen is gebouwd.

 

              

Gevelteken

 

De molen draagt in een gevelteken het jaartal 1699 en in een tekst het jaartal 1701. De tekst is een chronogram, in de letters zit het jaar verborgen. Er staat proteCtor et reCtor noster esto DoMIne, het betekent  ‘wees onze beschermer en geleider’. De hoofdletters in de tekst zijn C C D M en I, opgeteld staat het voor 1701.  Waarschijnlijk heeft er een ingrijpende verandering plaats gevonden in die jaren, vanaf dat moment was het gebouw in ieder geval uit mergelsteen opgetrokken.

 

 

 

Banmolen

 

Kennelijk lapten de inwoners de plicht tot malen op de Schaloensmolen geregeld aan hun laars, want baron Hoen van Cartils liet in 1730 de pastoor in de kerk een brief voorlezen waarin gedreigd werd met een boete van 25 goudgulden en verbeurdverklaring van goederen en voertuigen als ze betrapt werden elders hun graan te laten malen. Aan het einde van de eeuw werd door de Franse bezetter alle heerlijke rechten, waaronder het banrecht, afgeschaft. De molen bleef vreemd genoeg in bezit van de familie, elders werden goederen onteigend en als domeingoed verkocht.

 

Turbinemolen

 

Door huwelijk komt de waterradmolen in 1807 in het bezit van de Belgische adellijke familie de Villers Masbourg. Een telg uit deze familie laat in 1916 een uit hout en steen gebouwde overlaat vervangen door een stuw gebouwd uit beton en mergelblokken. In 1924 vraagt hij vergunnig om het waterrad te vervangen door een turbine en deze innovatie is in 1925 een feit. Het rendement van een turbine is hoger dan van een waterrad is de verwachting.

 

                     

Het turbinehuis is zorgvuldig in de stijl van de molen gebouwd. Het dak werd naar het molenhuis met leien bedekt. Het paardenhoofd dateert ook uit die tijd.

     

 

 

 

 

 

                

 

 

                          

 

 

Na de verbouwing draaide de molen met drie maalkoppels, later teruggebracht tot twee.

Een elevator of jacobsladder is er neergezet die maalgoed van de beneden- verdieping naar boven transporteert. Via een graanpijp wordt het graan in de karen boven de maalkoppels gestort.

 

 

 

Visbak

 

Nog tot 1940 voorziet de maalderij in een grote behoefte. In de wintermaanden is de molen zelfs dag en nacht in bedrijf om aan de vraag te kunnen voldoen. Ook de visbak (ofwel vusjbak, vushkörref, en bij de Leumolen: visvang) naast de molen levert een belangrijk deel van het inkomen van de molenaar. Op de windvaan van de molen staan dan ook zowel een korenaar als een vis afgebeeld.

 

De waterloop na de lossluis ligt het eerste stuk ingeklemd tussen een muur en een houten wand, het eind kan met een rooster worden afgesloten. De verhoogde bodem bestaat uit een houten rooster dat als een zeef werkt. Het water spoelt er door weg, de vis blijft achter en verzamelt zich al spartelend in een open bak aan het einde. Bij een goede vistrek moest de visbak iedere twee uur geleegd worden.

 

 

 

              

 

 

 

                                      

 

 

IVN

 

Na de oorlog wordt de vraag naar de maalderij steeds minder en de activiteiten worden rond 1960 gestopt. De molen vervalt en wordt tenslotte in 1969 aan de gemeente verkocht. Het Instituut voor Natuurbeschermingseducatie, het IVN, huurt vanaf 1971 voor haar activiteiten de watermolen en restaureert de molen met de inzet van vrijwilligers. Twee jaar later is de molen feestelijk heropend. De molen is maalvaardig, maar er wordt vrijwel niet meer mee gemalen.

 

Aanvulling: molenaar Tilanus meldt: "sinds april 2013 maalt de molen op gezette tijden."

 

 

Groene stroom

 

De molen draait meestal dagelijks wel voor de prins, dus zonder dat de opgewekte energie overgebracht wordt op de maalstenen. De gemeente heeft in 2009 het plan opgevat om met de molenturbine stroom op te wekken.

 

 

 

                                                   

 

                                                     * hoofdbron: ‘De watermolens van Valkenburg aan de Geul’ van M.Meerman (1985)

 

 

 


 

Ansichtkaarten

 

 

 

                                         

 

 

                                                                                         

 

 

 

                

 

                    1920

 

 

 

                                   

 

                                       ca 1910-1920

 

 

 


 

 

Homepagina Watermolens

 

site Leumolen