Dommelse watermolen Dommelen
Dommelse molen, Dommelse watermolen, Dommelsche
watermolen
1 April Op de eerste dag van de vierde maand in 1422 wordt de Dommelsche watermolen verhuurd voor 52 mud rogge en 35 rijnsgulden, te voldoen op Lichtmis. Het is een van de vroegste aantekeningen over de molen. Op grond van oude paalfunderingen wordt de bouw van de molen geschat op 1175 - 1275. De molen wordt ook genoemd in het Boek der Leenmannen van Hertog Jan III van Brabant (1300-1355), geboekstaafd werd dat de watermolen in leen uitgegeven was aan Arnold van Dommelen, vervolgens aan zijn zoon en weer later aan zijn echtgenote. Burgemeestersbrug In de 18e eeuw kwam de molen in bezit van de familie Keunen. Erfgenaam Jan verhuurde in de 19e eeuw de molen eerst aan zijn jongere broer Joannes Evert (Everhard), burgemeester van Dommelen, maar verkocht hem later aan een aangetrouwde neef. Everhard wilde uit nijd de molen niet meer zien en liet verderop over de Dommel een brug aanleggen zodat hij niet dagelijks de molen hoefde te passeren. De nieuwe en inmiddels weer verdwenen oversteekplaats heette het ‘burgemeestersbruggetje’.
Schorsmolen In 1894 trouwde de molendochter met de brouwerszoon Snieders en daarmee kwam later de molen in het bezit van de Dommelsche Bierbrouwerij. In 1900 werd de molen verpacht aan Ceel van den Eijnden en deze familie werkt nog steeds op de molen. Zoon Pau volgde Ceel als pachter en molenaar op en zíjn zoon is nu eigenaar van de waterradmolen. De dubbelmolen bestond uit een oliemolen en een graanmolen, ook werd er eikenschors gemalen. De vermalen schors werd gebruikt in het leerlooiproces, de schors bevat looizuur. Huiden werden eerst drie weken geweekt in het zachte water van de Dommel waarna een bad in looizuurhoudend water volgde. De bouwvallige oliemolen werd in 1938 afgebroken. Restauratie Eind vorige eeuw is de molen ontsnapt aan ontmanteling. Na een overname van de Dommelsche Bierbrouwerij kwam de watermolen in 1968 in bezit van een grote Belgische brouwerij en dit bedrijf wilde in de molen een horecabedrijf vestigen omdat restauratie en onderhoud van de molen te duur was. Een civiele procedure en de weigering de molen van de lijst van beschermde monumenten te halen voorkwam uitvoering van dit plan. De gemeente nam de watermolen voor één gulden over onder voorwaarde dat de molen gerestaureerd zou worden, en zo geschiedde. In 1977 is de molen feestelijk heropend, op de funderingen van de oliemolen is in 1982 een woonhuis in stijl van de korenmolen gebouwd. Inmiddels is de molen door de pachter gekocht en is er een diervoeder- en meelhandel in gevestigd. Sinds de draaipremieregeling begin deze eeuw gestopt werd, stond de molen weer stil maar vrijwilligers hebben de molen weer tot malen bewogen. Er wordt maismeel gemalen.
het spoorwiel en de maalkoppels
aswiel en bonkelaar
aswiel en meelpijp
het gaffelwiel van het luiwerk maďsmeel, gemalen december 2008 Dommel De schrijver Uri Nooteboom (1903-1945) schreef na een verblijf in de molen over de molenbeek: “De Dommel voert immer haar water aan. Het is gemakkelijk, je kunt altijd malen. Je hoeft niet te wachten zoals de mulder van een windmolen op de wind. Je hoeft het rad niet te draaien zoals de wieken naar alle richtingen van de windstreek; een rivier is een rivier, ze heeft haar vaste loop en eeuwige stroom. Het water blijft honderd jaren stromen in zijn voortdurende trek, uit de hoge streek van de Kempen naar de lage boorden van de Maas. Honderd jaren ? Duizend jaren en langer !”
Ansichtkaarten
1979
1979
1955
|