Kilsdonkse molen Dinther
Middeleeuwen De oudste vermelding van de watermolen dateert uit 1433, de molen wordt genoemd in een akte behorende tot de Schepenprotocollen van Den Bosch. "Een watermolen met twee raderen, gelegen in de parochie van Dinther op een plaats genaamd Kilsdonck" gaat in andere handen over. Het was een dubbelmolen met op de ene oever een olie- en op de andere een graanmolen. Al in 1491 krijgt de waterradmolen een verplichte zomerstop opgelegd omdat de waterstand van de Aa problemen gaf. De waterafvoer was slecht en de stuw bij de molen moest maximale doorlaat geven, dus wijd opengezet worden. Voor de meelproductie was dat geen probleem omdat de molenaar ook maalde met een even verderop gelegen windmolen. Watervluchtmolen De zomerstop werd drie eeuwen later wel een probleem, toen de watermolenaar vanaf 1799 geen molenaar meer was op de windmolen. Watermolenaar Coppens vroeg vergunning aan om ook een windmolen te bouwen, maar dat verzoek werd afgewezen. Illegaal bouwde hij in 1813 tenslotte toch een windmolen. De houten molengebouwen werden in 1842 na een verwoestende brand herbouwd in baksteen. Of de korenmolen vanaf dat moment een watervluchtmolen werd, of dat al was sinds 1813, is niet duidelijk. Toen in 1880 de gemeente Veghel de molen opkocht was het in ieder geval een watervluchtmolen: de molen kon zowel op water- als op windkracht graan malen.
Ontmanteling De gemeente liet direct na aankoop de waterraderen en de stuw uitbreken, de problemen met de waterafvoer waren groot en iedere belemmering moest wijken. Twee jaar later, in 1882, werd ook het binnenwerk van de oliemolen verwijderd. De oliemolen werd omgebouwd tot woning en in het midden van de vorige eeuw tot maalderij van meel en veevoeder. In de windmolen werd al rond 1900 een motor geplaatst als hulpkracht en vanaf 1939 werd gestopt met het malen op windkracht. De molen werd in 1954 onttakeld en in de jaren die volgden verviel het gebouw nog verder. kettingkruiwerk
Oliemolen
Nadat de voormalige oliemolen ruim een halve eeuw als woonhuis dienst had gedaan, werd er in de jaren vijfig van de vorige eeuw een maalderij in gevestigd. Verschillende verbouwingen veranderden het aanzien van het molenhuis. In 2000 stopten de commerciële activiteiten. Restauratie Er zijn meerdere watervluchtmolens in Nederland geweest, maar waarschijnlijk hooguit tien. Sommige molens konden niet tegelijk met wind- en waterkracht werken, maar de meesten benutten beide krachtbronnen tegelijkertijd. De laatste watervluchtmolen, te Leeuwen in de gemeente Maasniel, werd in 1944 opgeblazen door de terugtrekkende Duitsers. De familie Potters die in de vorige eeuw lange tijd met de Kilsdonkse molen heeft gewerkt en ook de oliemolen heeft bewoond, heeft het initiatief genomen de watervluchtmolen met de oliemolen te restaureren. In 2005 is de door verschillende sponsors gefinancierde restauratie begonnen en in mei 2009 wordt op de nationale molendag het molencomplex feestelijk heropend. De enige watervluchtmolen van Nederland komt daarmee weer in bedrijf. De molens zijn gerestaureerd naar de situatie van 1880 (b.v. met kettingkruiwerk), maar het aloude zandlopermotief op de deuren heeft de 21e eeuw niet gehaald. aswiel en bonkelaar waterrad en as de kollergang
stampers
en appelpotten
het windmolenbiotoop is hersteld Ansichtkaarten slecht windmolenbiotoop
2002 (foto’s:
John Verpaalen)
ca 1930, het kruiwerk is aangepast naar staartkruiing, de
oliemolen is woonhuis begin 20e eeuw; een knipsel op een briefkaart geplakt eind 19e eeuw, de windmolen heeft een kettingkruiwerk |